-
Oefening 1 - trainen diepe buik musculatuur
Ruglig trek knieën op, trek licht de navel in, tik om en om de voet op de grond. Zorg dat de rug niet hol trekt.
-
Oefening 2 - Trainen diepe buik musculatuur
Ruglig trek knieën op, trek licht de navel in, tik beide voeten op de grond. Zorg dat de rug niet hol trekt.
-
Oefening 3 - Trainen diepe buik musculatuur
Zet de lage rug in een neutrale stand, trek de navel in. Til 1 been gestrekt op, zonder rug te bewegen.
-
Oefening 4 - core
Handen/ knieën stand. Lage rug neutraal en navel in. Til 1 arm gestrekt vooruit en wissel met het andere arm
-
oefening 5 - core
Handen/ knieën stand. Lage rug neutraal en navel in. Strek 1 been naar achteren.
-
Oefening 6 - core superman
Handen/ knieën stand. Lage rug neutraal en navel in. Strek 1 been naar achteren en de andere arm vooruit en wissel met het andere been en arm
-
oefening 7 - plank via knieën stand
Steun op de handen en ellebogen. Voeten gekruist over elkaar en los van de grond. Rug neutraal houden en navel in.
-
Oefeningen 8 - plank
Steun op de tenen en op de ellebogen. Rug neutraal houden en navel intrekken.
-
Oefening 9 - lage rug musculatuur
Buiklig. 1 been gebogen en klein stukje van de grond optillen en wissel van been. Rug neutraal en navel intrekken.
-
Oefening 10 - rug musculatuur
Buiklig. Bal of gewicht in handen. Kom klein stukje van de grond omhoog, hou je nek recht. Breng de armen voor je lichaam omhoog en geef het voorwerp achter je lichaam over naar de andere hand.
-
Oefening 11 - rug musculatuur
Buiklig. Handen onder de kin of onder voorhoofd. Til bovenrug op.
-
Oefening 12 - brug maken
Ruglig, benen gebogen armen naast het lichaam. Til billen omhoog, navel intrekken.
-
Oefening 13 - brug maken met been omhoog
Ruglig, navel intrekken, bruggetje maken armen naast het lichaam en 1 been gebogen optillen.
-
Oefening 14 - brug maken met gestrekt been
Ruglig, navel intrekken, bruggetje maken armen naast het lichaam en 1 been gestrekt optillen.
-
Oefening 15 - schuinebuik spieren
Ruglig. Breng je handen achter je hoofd en wijs je ellebogen naar buiten. Til vervolgens de voeten van de grond en breng de heupen en knieën tot een hoek van 90 graden. Breng de bovenrug van de vloer en breng het bovenlichaam naar de rechterzijde, zodat linker elleboog naar de rechter knie draaien, zelfde voor andere kant
-
Oefeningen 16 - fietsen met de benen
Ruglig. Breng de heupen en de voeten van de grond maak een fiets beweging met de benen, zorg dat de lage rug rug op de grond blijft.